30 april 2013, de dag waarop Nederland een nieuwe koning zal
krijgen en dus de laatste Koninginnedag. Sinds vorig jaar is het een traditie geworden om
met Mark Hoekstein en Edward Minnaar op Koninginnedag een Big Day te gaan
houden. Ook vandaag zullen we dus ondanks alle aandacht rondom de abdicatie
gewoon een Big Day houden. Mark en Edward hebben al voorgevogeld, maar dat
resultaat viel best wel tegen, geen enkele trek en over het algemeen weinig
soorten. De uitblinker van de dag was kleine barmsijs. Niet zulke goede
vooruitzichten dus, ook voor vandaag is de wind verre van ideaal te noemen: een
wind pal uit het noorden die waarschijnlijk zal aantrekken tot windkracht 5.
Niet erg goed dus voor de voorjaarstrek!
Om drie uur vannacht gaat mijn wekker af. Ik zorg dat al mijn
spullen klaar zijn en om kwart voor vier stap ik bij Edward in de auto. Vier
uur zijn we bij Mark en in zijn auto gaan we verder richting Noord-Beveland. We
hebben aardig wat tijd voor het nachtvogelen en die willen we dan ook zo goed
mogelijk benutten. We besluiten om bij de Schotsman te stoppen in de hoop dat
een ransuil zich zal laten horen, die Mark vorige week hier ook gehoord heeft.
We staan er ongeveer een half uur, maar helaas horen we geen ransuil. Wel
worden we verwelkomd door een aantal zingende nachtegalen, de eerste soort van
de dag.
De volgende stop is ietsje verder, hier zouden mogelijk
houtsnippen kunnen baltsen, maar echt zeker is het niet. Mark heeft hier ook al
een keer gestaan zonder resultaat. Als we even staan horen Edward en ik zacht
een geluid wat we niet thuis kunnen brengen. Als de vogel die het maakt
dichterbij is horen we het echt heel duidelijk en dan kan Mark bevestigen dat
het om een houtsnip gaat! Een geluid dat we niet hadden verwacht van een
houtsnip, het blijk het kenmerkende ‘fietspompgeluid’ te zijn.
Vol goede moed gaan we nu naar onze volgende plek. Hier was een
patrijs gezien. Als we hem zouden horen zou het de eerste zijn die we op een
Big Day hebben. Het kost wat moeite, maar na enig aandringen horen we toch de
kenmerkende roep van een patrijs, soort binnen!
Het is nu tijd voor de waterral. We gaan naar de Thornpolder in de
hoop er een te horen en wellicht nog enkele rietvogels te scoren. Ondanks de
schemer lukt het ook om wat eenden te determineren. Kuifeend, krakeend en
tafeleend kunnen worden bijgeschreven. De eerste rietzanger laat zich ook
horen. Een eindje verder treffen we een uitbundig zingende kleine karekiet aan.
Dan horen we ook de kenmerkende roep van een waterral die wel iets weg heeft
van een varken dat gekeeld wordt. In de verte zingt nog een blauwborst. Met
aardig wat nieuwe soorten kunnen we de tocht voortzetten. We zitten nu op
ongeveer 25 soorten die we in de nacht gedaan hebben. We rijden door het dorpje
Wissenkerke richting het Veerse Meer. Vrij gemakkelijk kunnen huismus,
zwartkop, vink, Turkse tortel, heggenmus en nog een aantal dorpssoorten worden
bijgeschreven. Ringmus horen we een eindje verder ook goed. Bij het Veerse Meer
is een middelste zaagbek een verwachte soort die zich gelukkig laat zien. Door
de polders gaan we richting de Goudplaat. We stoppen even voor een
veldleeuwerik en die horen we ook. In de verte roept een holenduif. Een
overvliegende brandgans is de vijftigste soort van de dag. We lopen dus
vooralsnog aardig op schema. We stoppen ook nog even op een plekje waar Mark de
vorige keer een roodborsttapuit dacht gezien te hebben. Hij wist het niet
helemaal zeker omdat de vogel gelijk weg dook toen hij stopte. Al vrij snel zie
ik er echter eentje boven in een struik zitten, dat is weer een soort die goed
lukt!
Bij de Goudplaat komt een vogelkoor ons tegemoet. Een luid
roepende koekoek is een soort waar we erg blij mee zijn omdat het nogal onzeker
was of hij er zou zijn. Ook de zangvogels vallen niet tegen. Mogelijk lastige
soorten als tuinfluiter, grote lijster en boomkruiper laten zich goed horen.
Merkwaardig genoeg zien of horen we echter geen roodborst. Met een aantal goede
soorten kunnen we weer door. Een eindje verder bij de Haringvreter kunnen we ook heel wat soorten
bijschrijven. Meevallers zijn kanoet, braamsluiper. Ook dit keer laat de groene
specht ons niet in de steek. Behalve die soorten zien we natuurlijk nog veel
meer andere vogels, maar dat zijn wat meer de ‘zekerheidjes’. Als we weg gaan
staat de teller op 79 soorten. Helemaal niet slecht! Onderweg lukt het ons om
al snel een waterhoen te zien. Ook zitten er twee regenwulpen langs het Veerse Meer.
Terwijl ik dit schrijf zie ik in mijn boekje dat we meerkoet zijn vergeten te noteren, dat is dus +1!
Terwijl ik dit schrijf zie ik in mijn boekje dat we meerkoet zijn vergeten te noteren, dat is dus +1!
Bij de Banjaard hopen we wat vogeltrek op te kunnen pikken. Als we
uit de auto stappen horen we in elk geval sprinkhaanzanger en grasmus. Helaas
is er vrijwel geen trek, maar dat hadden we al verwacht. Mark ziet al snel een
grote zee-eend, maar die kunnen wij weer niet oppikken. Edward en Mark zien ook
nog grote stern en oeverzwaluw, maar het lukt mij niet om ze in beeld te
krijgen. Gelukkig ziet Edward nog twee andere zwarte zee-eenden zodat het wel
een Big Day soort is. Zelf ontdek ik de eerste boerenzwaluw van de dag, deze
soort hebben we volgens mijn boekje ook vergeten op te schrijven dus weer +1!
We doen nog een rondje door het bungalowpark bij de Banjaard.
Edward heeft zelfverzekerd belooft dat hij zal trakteren als we hier niet onze
eerste spreeuw van de dag zien. Uiteindelijk zien we slechts twee spreeuwen in
het hele park, best wel weinig. Uiteraard hoort bij zo'n schaarse soort een recordshot!
Helaas zien we geen zomertortels zoals Mark en Edward die eerder hier wel zagen. We gaan weer terug naar de Schotsman om goudvink op te rollen. Ik maak nog een foto van een tjiftjaf die in het gras zit.
Bij de bekende plek zien we gelukkig al snel een paartje goudvinken. We lopen al op de terugweg als Mark nog even langs een plasje wil een klein eindje verderop. Dat blijkt een goede keuze te zijn. Als we het pad uitlopen vliegt er een havik weg. Uit het gras vliegt geruisloos een pieper op en gaat in de boom zitten. Gelukkig vinden we hem daar terug en het blijkt om een boompieper te gaan.
Een soort waar we helemaal niet op gerekend hadden omdat er vandaag niets trekt. Terwijl we daar staan horen we opeens het watervalletje van een roodborst. Eindelijk is die dan ook binnen! Zeer tevreden komen we bij de auto terug. Edward voorspelde twee nieuwe soorten, ik drie en uiteindelijk komen we met vier terug. Het is tien uur en de teller staat op 91 soorten. Ik besluit dat we de oranjetompoezen die ik heb meegebracht, maar op moeten eten. Als we dat gedaan hebben rijden we naar Neeltje Jans.
Helaas zien we geen zomertortels zoals Mark en Edward die eerder hier wel zagen. We gaan weer terug naar de Schotsman om goudvink op te rollen. Ik maak nog een foto van een tjiftjaf die in het gras zit.
Bij de bekende plek zien we gelukkig al snel een paartje goudvinken. We lopen al op de terugweg als Mark nog even langs een plasje wil een klein eindje verderop. Dat blijkt een goede keuze te zijn. Als we het pad uitlopen vliegt er een havik weg. Uit het gras vliegt geruisloos een pieper op en gaat in de boom zitten. Gelukkig vinden we hem daar terug en het blijkt om een boompieper te gaan.
Een soort waar we helemaal niet op gerekend hadden omdat er vandaag niets trekt. Terwijl we daar staan horen we opeens het watervalletje van een roodborst. Eindelijk is die dan ook binnen! Zeer tevreden komen we bij de auto terug. Edward voorspelde twee nieuwe soorten, ik drie en uiteindelijk komen we met vier terug. Het is tien uur en de teller staat op 91 soorten. Ik besluit dat we de oranjetompoezen die ik heb meegebracht, maar op moeten eten. Als we dat gedaan hebben rijden we naar Neeltje Jans.
Bij de vogelkijkhut zijn we net te laat om de strandlopers
dichtbij te zien. Mark haalt er op afstand echter toch een aantal bonte
strandlopers en drieteenstrandlopers uit. Alle kenmerken bij elkaar genomen
kunnen we ze toch wel determineren en dat betekenen dus twee nieuwe soorten.
Ver weg op de plaat zit ook nog een slechtvalk. Met dank aan Mark zie ik ook
nog mijn eerste grote sterns van de dag. Uiteraard ontbreken de eiders in de
mosselhaven ook niet. We lopen aan de binnenkant van de dijk terug. Dat blijkt
een goed keuze te zijn, niet alleen zie ik mijn eerste oeverzwaluwen van de
dag, maar uit de begroeiing aan de kant vliegt plotseling een velduil op!
Een soort die we niet meer hadden durven rekenen, erg leuk! Twee mauwende zwartkopmeeuwen vormen ook een leuke aanvulling op de daglijst. Uiteindelijk vertrekken we van Neeltje Jans, een heel aantal soorten rijker, maar dit keer wel zonder kuifalen. Ondanks al het zoekwerk hebben we ze niet kunnen vinden. De velduil is de 100ste soort van de dag.
Een soort die we niet meer hadden durven rekenen, erg leuk! Twee mauwende zwartkopmeeuwen vormen ook een leuke aanvulling op de daglijst. Uiteindelijk vertrekken we van Neeltje Jans, een heel aantal soorten rijker, maar dit keer wel zonder kuifalen. Ondanks al het zoekwerk hebben we ze niet kunnen vinden. De velduil is de 100ste soort van de dag.
We gaan als laatste de inlagen doen te beginnen met de
Anna-Friso-inlaag. Een goede soort die we daar zien is een smient, een zwarte
ruiter is ook nog nieuw voor de daglijst. Een jagende sperwer betekent weer een
nieuwe soort. Bij de Vlietepolder zien we de sneeuwgans die daar al een tijdje
zit. Niet echt opwindend, want het is natuurlijk gewoon een ontsnapte vogel.
Dat valt echter niet aan te tonen dus telt hij gewoon fijn mee voor de
daglijst. Boven het dorp Wissenkerke vliegen enkele zwaluwen. Met behulp van de
telescoop halen we er huis- en gierzwaluwen uit. Bij het Bokkegat zien we
enkele verwachte soorten zoals kleine plevier en groenpootruiter. Helaas zit de
poelruiter er niet meer, die zat er gisteren nog wel. Een vrouwtje
rouwkwikstaart is moeilijk te determineren, maar uiteindelijk lukt dat ook. We
staan nu op 111 soorten en het is ongeveer twee uur in de middag. De
verwachting is wel dat het nu een heel stuk moeilijker zal worden om de laatste
soortjes binnen te halen. De ’s-Gravehoekinlaag levert geen nieuwe soorten op, maar wel een aantal gierzwaluwen.
De Wanteskuup zorgt traditiegetrouw voor baardmannetjes. Aan de andere kant van de Wanteskuup zit een groepje gele kwikken met ook een Engelse gele kwikstaart. Dat is weer een nieuwe soort voor de daglijst. Het lukt niet om een foto van hem te maken, maar een gewone gele kwik is niet zo moeilijk.
De Wanteskuup zorgt traditiegetrouw voor baardmannetjes. Aan de andere kant van de Wanteskuup zit een groepje gele kwikken met ook een Engelse gele kwikstaart. Dat is weer een nieuwe soort voor de daglijst. Het lukt niet om een foto van hem te maken, maar een gewone gele kwik is niet zo moeilijk.
We hebben alle tijd,
dus we stoppen in Colijnsplaat even om wat te eten. Zo zitten we dus tijdens de
Big Day rustig aan wat friet, koffie en in mijn geval een Mexicano. Veel andere
Big Day’s verlopen waarschijnlijk een
stuk onrustiger, maar door het kleine gebied waarop we vogelen kunnen wij het
rustig aan doen. Na een tijdje stappen we weer op in de hoop hier en daar nog
iets te zien. De slikken van Kats leveren niets op. Uiteindelijk staan we net
iets voor de brug (dus nog net Noord-Beveland) een groep rotganzen af te zoeken
in de hoop een witbuikrotgans te zien. Die zien we echter niet en zo eindigt de
Big Day. We dachten113 soorten gezien te hebben en daar kunnen we heel tevreden
mee zijn, omdat er totaal geen trek te bespeuren was. In het verslag valt al te lezen dat boerenzwaluw en meerkoet achteraf extra konden worden genoteerd. Later blijkt dat kuifeend dubbel is genoteerd dus dan gaat er weer eentje af. Uit de lijst die ik heb opgesteld ziet Mark echter dat ook zanglijster niet was genoteerd, dat zorgt er voor dat er dus weer eentje bij komt. We hebben dus uiteindelijk in werkelijkheid 115 soorten gezien, dat zit slechts drie soorten onder het record van 118. We hebben een
uitstekende Big Day gehad! Zie hier de volledige soortenlijst.